Energie-infrastructuur

Nederlandse bedrijven en de industrie nemen steeds vaker afscheid van fossiele grondstoffen en stappen over op elektrische alternatieven. Dat doen ze niet alleen om hun klimaatdoelstellingen te halen, maar ook om economische redenen en om minder afhankelijk te zijn van andere landen op het gebied van energie. Deze elektrificatie betekent goed nieuws voor de daling van onze CO2-uitstoot, maar het zorgt ook voor de nodige problemen.

Onze huidige energie-infrastructuur is nog niet klaar voor de hoge mate van elektrificatie. Het gevolg: een overvol elektriciteitsnet waar tijdens piekmomenten in delen van Nederland sprake is van netcongestie.

Wat is netcongestie?

Omdat bedrijven en particulieren steeds meer elektriciteit gebruiken, raakt het net in veel gebieden in Nederland vol. Maar dat is niet alles: er zijn ook steeds meer leveranciers die stroom leveren aan het elektriciteitsnet. Die stroom is vooral opgewekt uit zonne- en windenergie. De toegenomen levering en de toename van gebruik van stroom veroorzaken samen de zogeheten netcongestie. Als verbruikers of energieleveranciers op het elektriciteitsnet gelijktijdig meer stroom gebruiken of leveren dan het netwerk aankan, ontstaan er problemen rondom de continuïteit van de stroomvoorziening. Discontinuïteit kan leiden tot stroomuitval en gevaarlijke situaties. Dit willen we voorkomen.

Tekort aan transportcapaciteit

Congestie komt er in het kort op neer dat er een tekort aan transportcapaciteit is voor de aangesloten gebruikers in het congestiegebied. Het net moet eerst verzwaard worden om meer gebruik van de transportcapaciteit te faciliteren. Daardoor ontstaat er een wachtrij van partijen die een aanvraag voor een grotere of nieuwe netaansluiting aanvragen bij de netbeheerder. Bekijk de congestiegebieden in Nederland en lees meer over netcongestie op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Ook grootverbruikers aan zet

De industrie kan een belangrijke rol spelen in de aanpak van de congestieproblemen op het elektriciteitsnet. Netcongestie is niet een typisch probleem voor industriële bedrijven. Toch ligt een deel van de oplossing wel bij deze energiegrootverbruikers. Als grote stroomverbruikers energiebesparende maatregelen nemen, hun zelfopgewekte energie achter de meter direct zelf gebruiken of bijvoorbeeld energie opslaan, maken ze ruimte vrij op het net. In veel gevallen beperkt netcongestie zich tot een aantal piekmomenten in de ochtend en avond. Bedrijven die hun stroomvraag tijdens deze pieken beperken, zorgen ervoor dat er op die momenten meer ruimte is op het net. Zo maken ze ruimte vrij voor nieuwkomers of voor eigen uitbreidingsplannen. Door afspraken te maken met de netbeheerder, kunnen ze hier ook aan verdienen. Lees wat je als bedrijf kunt doen bij netcongestie: Welke mogelijkheden heeft u bij netcongestie? (rvo.nl)

Nieuwe oplossingen

Netcongestie zorgt voor allerlei uitdagingen, maar dat schept ook ruimte voor nieuwe oplossingen en ideeën. Zo zijn er onder meer slimme energiesystemen en vindt er steeds vaker energieopslag plaats. Of verschillende bedrijven en bewoners gaan samenwerken in een zogeheten energiehub om opwek, opslag, conversie en het verbruik van energie met elkaar af te stemmen. Naast deze oplossingen zetten de betrokken partijen in het LAN ook in op de uitbreiding van het elektriciteitsnet op heel veel plekken in Nederland. Dat is nodig om het probleem van netcongestie structureel en op langere termijn aan te pakken. Lees hier meer over het Landelijk Actieprogramma Netcongestie (LAN).

Wegwijzer netcongestie

De RVO heeft in samenwerking met het LAN de Wegwijzer Netcongestie gelanceerd. Deze beslisboom staat vanaf 15 november 2024 op de RVO-website en helpt ondernemers snel inzicht te krijgen in hun mogelijkheden bij netcongestie. Door een aantal concrete vragen over hun situatie te beantwoorden, ontvangen ondernemers relevante informatie over het realiseren en aanbieden van flexibel vermogen. Of het bedrijf nu al te maken heeft met netcongestie of zich hierop wil voorbereiden, de wegwijzer laat binnen een paar minuten zien welke stappen gezet kunnen worden en wie hierbij kunnen helpen. De Wegwijzer Netcongestie staat op de RVO website.

CES: Cluster Energie Strategieën

De energietransitie vereist een energie-infrastructuur die tijdig is aangepast aan de groeiende vraag van de industrie. Met de Cluster Energie Strategieën (CES) brengen industrie, netbeheerders, energieproducenten en overheden de toekomstige vraag naar en aanbod van duurzame energie voor een industriecluster in beeld.

De CES vormen de basis waarop de betrokken partijen tijdig besluiten over deze noodzakelijke infrastructuur kunnen nemen. Netbeheerders nemen projecten uit de CES op in investeringsplannen. Projecten uit de CES worden ook meegenomen in de systeemkeuzes van het toekomstig energiesysteem. Hierbij kun je denken aan het bepalen van de optimale locatie voor een aanlanding vanuit wind op zee. Daarnaast zijn projecten uit de CES kandidaat voor het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK). Het voordeel hiervan is dat er rondom de ruimtelijk-economische keuzes rekening kan worden gehouden met projectplannen van industriële bedrijven.

Meerjarenprogramma Infrastructuur, Energie en Klimaat (MIEK)

Projecten onder het MIEK krijgen onder andere extra prioriteit in de investeringsplannen (IP’s) van netbeheerders. Verder worden diverse opties opgezet om MIEK-projecten te versnellen, bijvoorbeeld bij het verlenen van vergunningen of bij het inpassen in de ruimtelijke omgeving. Lees meer over dit meerjarenprogramma: Meerjarenprogramma Infrastructuur, Energie en Klimaat (MIEK).

Continu bijsturen

Om de verschillende klimaatdoelen in 2050 te halen, is het belangrijk dat het proces van verduurzaming continue bijsturing krijgt. Transitiepaden van de industrie hangen af van marktontwikkelingen en beleid. Dat geldt ook voor de investeringsplannen van netbeheerders: deze baseert de vraag naar transportcapaciteit van de industrie op de meest actuele vraag- en aanbodcijfers naar en van elektriciteit. Daarom is er een proces opgezet zodat deze CES-strategieën regelmatig een update krijgen. Regionale clusters (Noord-Nederland, Noordzeekanaalgebied, Rotterdam-Moerdijk, Zeeland/West-Brabant en Chemelot) hebben al 3 CES’en opgeleverd. De CES 2024 verscheen in het 2e kwartaal van 2024. De definitieve versie werd op 12 september 2024 aangeboden aan de minister van Klimaat en Groene Groei Sophie Hermans.

CES per cluster

Meer weten over de meest recente CES’en? Ga direct door naar de CES per industriecluster:

Provincie CES en Cluster 6 

Cluster 6 stelt met de provincies en (regionale) netbeheerders per provincie een aangescherpte Cluster Energiestrategie op per provincie. De behoefte aan energie- en grondstoffeninfrastructuur uit de provinciale CES’en dient vervolgens als uitgangspunt voor de provinciale MIEKs (pMIEK’s).

Cluster 6 telt 10 zeer diverse sectoren met bedrijven met een CO2-reductieopgave, verspreid door heel Nederland. Ook deze bedrijven hard zijn nodig om de energietransitie waar te maken. De 10 sectoren onderschrijven de klimaatdoelstellingen en bedrijven nemen hun verantwoordelijkheid: al een flink aantal jaren zetten zij zich succesvol in om CO₂-uitstoot te verminderen. De volgende sectoren vallen onder Cluster 6:

1: Keramische industrie

2: Levensmiddelenindustrie
3: Chemische industrie
4: Metallurgische industrie
5: Papier- en kartonindustrie
6: Glasindustrie
7: Afval en recycling
8: ICT
9: Olie- en gasexploratie
10: Rubber- en kunststofindustrie

Documenten en hulpmiddelen
CES-flyer
Cluster Energie Strategieën uitvraagmethodiek

Data Safe House

Om het CES-proces te verbeteren zijn diverse verbeteringen doorgevoerd. Voor betere en efficiëntere uitwisseling van data zal bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van het nieuwe Data Safe House. Lees meer over het Data Safe House

Zie ook

Cookie-instellingen